In Wyndham: Het leukste shithole van Australië

“Er is daar niks te doen.”
“Het uitkijkpunt is het enige dat er te doen is.”
“Het is een shithole!”

Als mensen je afraden om een plaats te bezoeken, is het waarschijnlijk juist de moeite waard. Immers, het feit dat toeristen denken dat een plek niet interessant is geeft vaak juist aan dat reizigers precies zullen vinden waar ze naar op zoek zijn: authenticiteit. En het is ook een kwestie van perceptie, want in feite heeft Wyndham verschillende attracties: je hebt er een grote betonnen krokodil, de Dreamtime Statues, de Grootste Boabboom Van Australië In Gevangenschap, een spoorwegmuseum, de Five River Lookout, een krokodillenboerderij en het heeft – ook al ligt het buiten het dorp – The Grotte, een waterval die in een grote poel neervalt. Dus sorry hoor, maar hoe kun je nou zeggen dat Wyndham een shithole is?

Laten we een kijkje gaan nemen!

Wyndham ligt aan de Golf van Cambridge en werd gesticht in de jaren 1880, waarmee het de oudste plaats in de Australische Kimberleyregio is. Toentertijd kon Wyndham alleen per schip bereikt worden. Toegang over de weg werd pas een echte optie toen de wegen in de jaren 1960 werden opgewaardeerd om alle materialen ten behoeve van de bouw van twee dammen in de Ordrivier veilig te kunnen transporteren tussen de haven van Wyndham, Kununurra en de locatie van de Ord River Dam, die tegenwoordig Lake Argyle tegenhoudt.

De Duitse Ann en ik verbleven in Kununurra, gescheiden van Wyndham door 100 kilometers aan leegte. Bush. Spinifex. Lage heuvels. Maar rijdend over de autoweg naar Wyndham veranderde het landschap. Er lag opeens een enorme, vegetatieloze vlakte dat bestond uit donkere grond. Het leek op de bodem van een droog meer, een overloopgebied voor het regenseizoen.

Wyndham bestond uit lage gebouwen die eenzaam op enorme terreinen in de leegte stonden. Enkele Aboriginals zaten voor hun huizen. Hier en daar waren een paar zijstraatjes die naar kleine buurtjes leidden. Het werd me meteen duidelijk waarom zoveel mensen dit een shithole vonden en ik voelde me steeds gelukkiger met het feit dat we er juist om die reden naar toe waren gereden. We reden door het dorp, toen door de haven (letterlijk één schip en één kraan) en stopten aan het einde van de Great Northern Farm bij de krokodillenboerderij. Dit was onze eerste stop vandaag.

Wyndham’s Crocodile Farm

Je kunt veel zeggen tegen het houden van dieren in gevangenschap, helemaal wanneer zulke dieren geen ander doel dienen dan menselijk vermaak. Dierentuinen en circussen zullen je wellicht voor de geest komen. De Crocodile Farm, daarentegen, heeft drie doelen: het fokken van krokodillen voor leer, voorlichting geven en het vangen van krokodillen die zich in een “crocodile management zone” bevinden. 

Alle grote krokodillen zijn op de boerderij omdat ze een aanvaring met mensen hebben gehad. Er zijn veel plaatsen waar zeekrokodillen en mensen elkaar niet tegenkomen, maar er zijn ook plaatsen zoals het nabijgelegen El Questro waar mensen komen om te recreëren en krokodillen om te eten. Dat is meestal een vrij ongelukkige combinatie.

Doc, een mannetje, was gevangen bij El Questro nadat hij kano’s had doen kantelen. De mensen in de kano’s kwamen ermee weg, maar voordat hij iemand zou verwonden werd hij gevangengenomen en overgebracht naar de Crocodile Farm in Wyndham. Ze zullen hem niet doden. Hij heeft het erg naar zijn zin met de vrouwtjes en zal tot zijn dood in een enorm hok, dat zijn natuurlijke omgeving nabootst, wonen. Zijn nageslacht zal echter worden gebruikt voor de productie van leer.

De Crocodile Farm bestaat uit verschillende hokken. Sommigen zijn aan de kleine kant, maar de meeste zijn juist groot en geven de krokodillen voldoende ruimte om te leven. Ann en ik liepen het rondje tegen de klok in – op advies van de eigenaar – en namen om elf uur deel aan de tour, die $6 extra kostte. Vaak zijn zulke activiteiten in Australië afzetterij – de $18 was het geld in dit geval meer dan waard. 

Het beste was dat de eigenaar en zijn personeel de boerderij zo natuurlijk mogelijk runden en, zoals hij zelf zei, “waren hier geen stadsmensen in safarishirts die probeerden het publiek voor te lichten.” Ze runden het op een dusdanig natuurlijke manier dat ze zelfs met de krokodillen vochten om de eieren uit de nesten te halen. Dat noem ik nog eens indrukwekkend! De tour voerde ons naar het einde van een brug en de eigenaar wees naar de grootste zeekrokodil van allemaal.

“Dat mannetje daar,” zei hij, “heet River Farm. En hij heet River Farm, omdat hij was gevangen in een tuin aan River Farm Road, een paar kilometer buiten Kununurra. Je hebt daar al die bloody campings die aan de toeristen vertellen dat Lake Kununurra veilig is om in te zwemmen, omdat er alleen maar zoetwaterkrokodillen zouden voorkomen. Nou, vraag maar eens die jongen wat hij is en hij zal het je wel even zeggen.”

Bedankt maat, nu zwem ik natuurlijk nooit meer in dat meer!

Wyndham’s Railway Museum

Rond het middaguur verlieten we de Crocodile Farm. Met nieuwe kennis en enkele prachtige foto’s om indruk te maken op Facebook stapten we in de auto en reden naar de haven om het spoorwegmuseum te bezoeken. Het bestaat uit twee stukken spoor op een klein perceel met op elk spoor een trein. Ze zien er een beetje uit als speelgoedtreintjes. Ze werden gebruikt om het vlees tussen een enorme slachterij en het klaarliggende vrachtschip te transporteren.

Maar toen de vleesfabriek in de jaren 1980 sloot, werden de treinen tentoongesteld als aandenken aan de tijd dat elke Wyndhammer eerst werk zocht bij de fabriek alvorens andere opties na te jagen. Het museum heeft één grote troef: het was de enige spoorweg die ooit in de Kimberley heeft bestaan.

Wyndham’s Australia’s Largest Boab Tree In Captivity

Na deze verrijkende ervaringen vonden we iets merkwaardigs: Australia’s Largest Boab Tree In Captivity - het stond op de kaart die we hanteerden. Hoe zet je in godsnaam een boabboom gevangen? Ik bedoel, het vangen van een zeekrokodil zoals die krokboer deed was behoorlijk indrukwekkend en een proces dat we allemaal, neem ik aan, kunnen bevatten, maar het gevangennemen van een boabboom is een spel op een heel ander niveau. Dit moet wel iets zijn dat vaardigheden en (waarschijnlijk heel veel) geduld vereist. Dus namen we een kijkje. De Grootste Boabboom Van Australië In Gevangenschap staat aan het einde van de lokale camping en is ongeveer 2000 jaar oud. Oh, en het zit inderdaad gevangen: het kan niet ontsnappen. Wil je weten hoe ze ‘m gevangen houden? Nou, daar gaat-ie dan. Laten we niet langer wachten met het onthullen van dit geheim. Ze hebben een serie kleine paaltjes in de grond geslagen die ongeveer dertig centimeter omhoog staken. Toen hebben ze aan de bovenkant van die paaltjes planken vast gehamerd. Zes stuks.

En wij, de toeristen, stonden foto’s te nemen van het boeiende fenomeen. Op het informatiebordje stond onderaan: ‘Wyndham – See it to believe it.’ Je voelt je behoorlijk bij de neus genomen als je daar staat. Maar tegelijkertijd loop je ook weer weg met een lach op je gezicht.

Wyndham’s Dreamtime Statues

We verlieten de camping en Ann navigeerde ons, kaart in de hand, richting de Dreamtime Statues. Deze beelden gaven een Aboriginal man, vrouw en kind, een slang en een kangoeroe weer. Ze waren enorm. Hoewel er geen beschrijving stond bij hetgeen we zagen, gaf de naam letterlijk aan dat de beelden de Droomtijd vertegenwoordigden, de periode waarin volgens de Aboriginals hun voorouders, in de vorm van enorme dieren, voor hen het land creëerden om op te leven. Het feit dat er Aboriginals pal naast de beeldenlocatie woonden maakte dat alles samen kwam: beelden van hoe het ooit was en de huidige situatie.

Wyndham’s Five Rivers Lookout

De Five Rivers Lookout ligt op 3,6 kilometer rijden van het dorp over een weg die naar de top van een heuvel leidt en eindigt met een adembenemend uitzicht. Van bovenaf ziet men hoe het kleine Wyndham verdrinkt in de enorme leegte van het landschap.

De brede Golf van Cambridge, de vijf kronkelende rivieren - de Ord-, de Pentecost-, de King-, de Forrest- en de Durackrivier - die erin uitmonden, de kleine menselijke nederzetting aan de kust en de heuvels in de verte vormden samen een uitzicht dat zowel groots als divers was.

Wyndham’s Big Croc

In het stadscentrum bevond zich de Big Croc. Ik kende de schattige Australische traditie om grote beelden van dieren te maken alleen uit het reisboek van Bill Bryson. Hij was naar de Big Lobster in Kingston (ergens aan de kust tussen Melbourne en Adelaide) geweest. Wyndham heeft de Big Croc. Wat je aantreft, is een enorme, betonnen krokodil op een grasveldje. Gewoon iets om weer een foto van te nemen. En met de Big Croc hadden we alles gezien dat Wyndham te bieden had.

Toen we het dorp uitreden, realiseerde ik me dat je het niet een shithole kon noemen; eerder een erg klein maar leuk dorpje in de Outback.

Wyndham’s International Airport

‘Wyndham Airport,’ stond er op het bord.

Ik zei: “Zullen we een kijkje nemen? Het geeft nog iets te doen.”

“Prima,” zei Ann.

Bestond het uit een grasbaan? Vooral veel kleine vliegtuigjes? De huizen in het dorp hadden er niet uit gezien alsof ze toebehoorden aan vliegtuigeigenaren. Ik was nieuwsgierig.

Het bleek te bestaan uit een verlichtbare landingsbaan van 1606 meter lang, het platform kon met gemak aan verschillende B737’s plaats bieden en er was een hangar waar een kleine jumbojet in paste. Maar er waren helemaal geen vliegtuigen. Het was helemaal leeg en desolaat. Dit hele vliegveld, met al haar faciliteiten, lag er maar een beetje bij. Er waren geen medewerkers, geen auto’s, geen vliegtuigeigenaren. Ann en ik waren letterlijk de enige mensen; we stonden er een beetje verloren bij aan het lage hek langs het platform. Ik was nog nooit naar zo’n leeg vliegveld geweest. Het enige ding dat operationeel was, was de telefooncel van Telstra.

Maar vergis je niet. Dit was niet slechts Wyndham Airport – nee, dit was Wyndham International Airport. Heus – het stond op het bordje op het kleine schuurtje. In 1929, 1931 en 1933 waren er zelfs directe vluchten van hier naar Engeland. In die jaren poogde Charles Kingsford Smith het wereldrecord te breken tussen Wyndham en het Verenigd Koninkrijk. Het lukte hem eindelijk in 1933, toen hij er zeven dagen, 4 uur en 43 minuten over deed. Misschien zou er een nieuwe poging moeten worden ondernomen, al was het maar om dit vliegveld weer bestaansrecht te geven.

Wyndham Airport had ook betekenis in de Tweede Wereldoorlog. De Japanners vielen het aan in maart 1942 en gooiden vijftig bommen op het vliegveld. Vijftig! Ze moeten dat afdoende hebben gevonden, want ze hebben het daarna nooit meer gebombardeerd.

Als je naast het lege platform staat en je neemt de omgeving in je op – een leeg vliegveld in een onbewoonbare omgeving – is het moeilijk om je voor te stellen dat hier ooit een vliegtuig landt of vertrekt. Het is te afgelegen. De gemeente kreeg in maart 2007 een moeilijke keuze voorgelegd. Het vliegveld van Kununurra moest worden opgewaardeerd, terwijl Wyndham Airport $120.000 per jaar verlies bleef draaien. De raad werd geadviseerd om de operationele kosten terug te dringen door ofwel één van de twee banen te sluiten of het vliegveld helemaal op te doeken.

Wacht.

Eén van de twee banen?

“Dames en heren, hier spreekt uw gezagvoerder. Wij naderen thans Wyndham International Airport en verwachten te landen binnen zeventien minuten. Over een minuut zal ik het gordellampje aandoen en wil ik u vragen om terug te keren naar uw zitplaatsen, uw tafels omhoog te doen en uw rugleuning in een rechte positie te brengen. Cabinepersoneel, verzamelt u alstublieft het laatste afval.”

Vijftien minuten later...

“Dames en heren, wegens veel vliegverkeer op Wyndham International Airport heeft de luchtverkeersleiding ons opgedragen om te blijven vliegen totdat het onze beurt is om op de noord-zuidbaan te landen, aangezien de oost-westbaan wegens geldgebrek gesloten is. Dit levert een vertraging op van ongeveer dertig minuten. Ik dank u voor uw geduld en onze excuses voor het ongemak.”

Je kon gemakkelijk seks hebben op de landingsbaan zonder gezien te worden, en toch was de leegte misleidend. De Royal Flying Doctor Service evacueert vier tot vijf keer per jaar patiënten uit Wyndham. En dus waren ze tegen het opdoeken van het vliegveld. Het enige alternatief zou een rit per ambulance naar Kununurra zijn, een uur rijden – en dat kon weleens fataal zijn.

(Wyndham’s) The Grotto

En omdat wij geen vliegtuig hadden, reden we terug naar Kununurra. We stopten onderweg nog voor een frisse duik in The Grotto, een grote poel onderaan een waterval die betere tijden kende in het regenseizoen.

Als je Wyndham kunt accepteren voor wat het is, en niet meer dan dat, vormt het een leuk dagje weg. En zelfs als je het wel een shithole vindt, dan is het zonder meer het leukste shithole van Australië.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.